Boornbergum en Kortehemmen


foto: Vroegere cafe Bos nu het Spijshuis

Boornbergum is een streekdorp dat in elk geval al aan het einde van de 17de eeuw bestond. Het was toen nog een bescheiden nederzetting van een kerk en enige verspreide boerderijen en huisjes aan de Boornbergumer Hooiweg – thans Westerbuorren en Easterbuorren – en een pad ten zuiden daarvan op de plaats waar nu het Suderom loopt. Ten noorden lag de buurt Middelgaast en ten oosten Zandburen. Het hele laagveengebied ten zuiden van de Zandingen en de Wijde Ee tot en met Goëngahuizen werd bij Boornbergum gerekend.

Aan het einde van de 18de eeuw werd het een belangrijk dorp in de grietenij genoemd. De Tegenwoordige Staat van Friesland noemt het: ‘een der grootste dorpen van deeze Grieteny … en is voorzien met eene kerk en stompen toren. … De Bornbergumer landeryen bestaan, ten deele, uit bouw- en weidlanden, omtrent de boere plaatsen; doch ’t meerendeel is hooiland, en daarin zit veel klyn, die tot baggelaar turf vergraaven wordt, konnende ’t zelve daarna wederom tot goed hooiland worden gebruikt, mits het door polderdyken en molen werde boven water gehouden.’

Het dorp lag op een hoogte tussen de lage venen in het westen en de hoge venen in het oosten. De Boornbergumer Petten zijn een herinnering aan de verveningen.

De dorpskerk is in 1871 gebouwd ter vervanging van een kerk die in 1734 was gebouwd en die ook al weer een oudere verving. De eiken preekstoel dateert uit de tweede helft van de 17de eeuw. De huidige kerk heeft een driezijdig gesloten koor en een houten geveltoren. Aan de Easterbuorren staat de gereformeerde kerk uit 1911, een zaalkerk met een geveltoren. Aan de Galhoeke is in 1893 een zuivelfabriek gesticht die in 1904 een coöperatieve onderneming werd. Het gebouw is toen vervangen door een nieuw fabriekscomplex in zakelijke stijl. Na sluiting in 1966 is het verbouwd tot bedrijfsruimten met woningen. Dorpsuitbreidingen kwamen na de oorlog aan weerszijden van de Nijewei, vooral aan de oostelijke zijde.

©: Hendrik van Kampen